Overige documenten / Documents
Door dit schrijven van 6 februari 1932,
door de waarnemend directeur Kooi, krijgen we inzicht
in de kosten voor de leerlingen, maar ook in de totale kosten van het Instituut.
Dhr.Kooi schrijft: vóór 1930 bedroeg het tarief voor ‘on- en
minvermogenden’ Dfl. 90 per jaar en eenmalig Dfl.105
voor de aanschaf van ‘de uitrusting’. Daarnaast gaf iedere gemeente
Dfl 100 subsidie per geplaatst kind. Ná 1930 werden de minimum verpleegkosten
vastgesteld op Dfl 160 per jaar en nog steeds de eenmalige Dfl.105. Als reden
geeft Dhr.Kooi dat de gemeenten niet meer willen subsidiëren als gevolg van ‘minder
gunstige financiële omstandigheden’ . Vanaf 1929
was immers een economische crisis zonder weerga losgebarsten. De ouderlijke
bijdrage voor Isaac Leeraar werd gedragen door het Israëlitisch Armbestuur, zo
lezen we in de brief. Tot slot meldt Dhr.Kooi nog dat de totale kosten voor het
Instituut per kind Dfl 1.100 – 1.200 bedragen. In 1935 wordt een Joods kosthuis
gevonden voor Isaac, de familie Gerzon aan de Jozef Israelstraat te Groningen.
Na vertrek van Sofia van Essen, Doetinchem, uit het Instituut, vreesde vader
Juda voor vereenzaming van Isaac. Wat dit voor de kosten betekende, is niet
bekend.
Op 13 april 1874 verschenen voor notaris Gerard Willem de Josselin de Jong te Zutphen: Albert Jan Lubberding als gesubsitueerd gemachtigde bij monde van Antonius Johannes Hollmann, commissionair te Arnhem, en als mondeling gemachtige voor zijn minderjarige zoon Evert Harmen Smeenk, dienstplichtig loteling, Albert Smeenk, landbouwer te Goor, ten enen zijde,en Hartog Leeraar, parapluiemaker, wonende te Zutphen aan den anderen zijde.
Hartog Leeraar stelt als, nummerverwisselaar, de Nationale Militie voor de plaats in te nemen van Evert Harmen Smeenk. Genoemde Leeraar zal ontvangen Dfl. 425,--, waarvan hij reeds Dfl. 60,-- heeft
ontvangen. Het restant zal worden uitbetaald aan Isaac Leeraar, vader van Hartog Leeraar. Dfl. 140,-- bij goedkeuring en inlijving in het korps en twee maanden later de resterende Dfl. 225,-- Getuigen zijn Hermannus van Galen, zonder beroep, wonende te Loenen a/d
Vecht en Johannes Jacobus Jansen, koopman, wonende te Elst.
Bron: Acte nr. 1170, Regionaal Archief Zutphen
Dfl 425,-- heeft in 2015 een waarde van ruim € 4.300.